Een virus, wat is dat?
Vi·rus (het; o; meervoud: virussen)
(medisch) microscopisch kleine ziekteverwekker die bestaat uit erfelijk materiaal dat zich in de cellen van een organisme vermeerdert: griepvirus, coronavirus. Latijnse aanduiding voor gif, slijm, etter.
Een inactief organisme, of toch niet?
Virussen zijn microscopisch kleine organismen, zo’n 0,00002-0,0003mm groot. Het bestaan ervan werd al in 1898 aangetoond door de Nederlander Martinus Beijerinck. Toch heeft het geduurd tot de uitvinding van de elektronenmicroscoop in 1931 alvorens een virus de eerste keer in beeld kon worden gebracht.
Elk virus heeft een gemeenschappelijke grondplan, waar de details telkens licht van verschillen. Een virus bestaat uit een klein stukje genetisch materiaal (DNA of RNA) dat rondom bedekt is door een mantel van eiwitten. Deze mantel beschermt het genetische materiaal, en stelt het virus in staat om zichzelf te verspreiden. Een virus is – in tegenstelling tot een bacterie – helemaal inactief. In de strikte zin leeft een virus dus eigenlijk niet: het kan niet uit zichzelf bewegen en kan zich ook niet voortplanten. Om dit te kunnen doen, heeft een virus de hulp nodig van de cellen van de gastheer. Lees hier meer specifieke info over de werking van SARS-CoV-2.
De stelling dat virussen inactief en dus niet-levend zijn moet toch ook wel wat genuanceerd worden. Virussen bezitten immers een aantal unieke eigenschappen en hebben bovendien een grote impact gehad (en hebben nog steeds een grote impact) op de menselijke evolutie. Daarom is er een tweede stroming binnen de wetenschap – die steeds meer aan belang wint – die een aantal argumenten levert die aantonen dat virussen toch een aantal levende eigenschappen zouden hebben waardoor virussen hun plek in de stamboom verdienen.
Het virus brainwasht de gastheercellen
Wanneer een virus contact maakt met gezonde cellen van de gastheer, dan ontstaat als het ware een poort tussen deze twee soorten cellen. Hierdoor kan het virus kan binnendringen en het genetisch materiaal binnenbrengen. Gelukkig kan een virus niet zomaar op elke cel aandocken. Net zoals een sleutel op een welbepaald slot past, moeten ook de eiwitten op de virusmantel héél juist passen op de zogeheten “receptor“-eiwitten die op de mantel van de gastheercellen zitten. Hoe dit juist zit bij SARS-CoV-2 kan je hier nalezen.
Eens het virus is binnengedrongen in de gastheercel, wordt het plots verre van inactief. Het neem hun functie helemaal over en maakt hier gebruik van om zich meermaals te laten kopiëren. Sommige virussen zijn in staat om zich binnen enkele uren tot duizenden keren te laten kopiëren. Dit gaat zo maar door tot ze met dusdanig veel zijn dat de gastheercel openbarst. En dan begint het weer helemaal opnieuw…
Hoewel virussen dus geen echte ‘levende’ wezens zijn, kunnen ze zich op die manier toch zeer snel vermenigvuldigen. Door deze celbeschadiging wordt de normale celfunctie verstoord of zelf volledig stilgelegd en word je ziek. Welke symptomen je juist krijgt en hòe ziek je hiervan wordt, hangt wel van heel veel factoren af. Zo spelen het aantal receptoren, het aantal viruspartikels of de plaats in het lichaam waar het virus terechtkomt een belangrijke rol. Ook de mate waarin het immuunsysteem reageert op de celschade bepaalt in zeer sterke mate welke symptomen je zal krijgen.
De zoektocht naar preventie en behandeling
Al deze factoren maken het zeer moeilijk om het verloop van een virusinfectie te voorspellen, maar ook om geschikte medicijnen of virusremmers te vinden. Door de grote verwevenheid met de gastheercel, is het een grote uitdaging om medicijnen te vinden die enkel het virus aanpakken zonder de eigen cellen aan te vallen. Daarenboven blijken RNA-virussen onderhevig aan kleine veranderingen, waardoor het goed mogelijk is dat het medicijn na verloop van tijd niet meer – of minder – zal werken. Wil je meer weten over hoe onze immuniteit reageert op virussen, hoe we deze immuniteit kunnen optimaliseren of hoe medicijnen hier een rol kunnen inspelen, dan kan je dit hier binnenkort nalezen.
De huidige COVID-maatregelen die we in de praktijk nemen, vind je alvast hier.