COVID-19

Een coronavirus, wat is dat eigenlijk?

In 2002 was er een uitbraak van luchtweginfecties met een soms Ievensbedreigende atypische longontsteking. Bij nader onderzoek bleek dit afkomstig te zijn van een nieuw coronavirus. Men gaf dit coronavirus toen de naam “SARS-virus“. Dit is de afkorting van Severe Acute Respiratory Syndrome, de symptomen die de patiënten hiervan kregen.

Het virus dat momenteel de wereld overheerst, kreeg de benaming SARS-CoV-2, een coronavirus dat zeer veel (80%) gelijkenissen heeft met het SARS-virus van 2002. Dit is meteen ook de reden waarom je verschillende media soms hoort praten over het “nieuwe” coronavirus.

SARS-CoV-2 is dus het virus zelf. Maar de wereldgezondheidsorganisatie heeft het over COVID-19, wat is dat dan? Deze term voluit geschreven is de Corona Virus Disease ’19, dus de ziekte die door SARS-CoV-2 veroorzaakt wordt. Maar waarom heten dat nu ‘corona’virussen?

SARS-CoV-2, say what?

=
Severe Acute Respiratory Syndrome
+
Corona Virus
+
Nieuw

Coronavirus, een virus met een kroon om

Tijdens deze pandemie wordt vaak gesproken van hèt coronavirus. Eigenlijk klopt dit niet, want er bestaat niet één coronavirus. Coronavirussen zijn eigenlijk een ganse familie van virussen. Ze zijn net zoals alle andere virussen opgebouwd volgens het algemene grondplan: genetisch materiaal, omhuld met een beschermingslaag van eiwitten. Coronavirussen zijn zijn (+)ssRNA-virussen waarbij het omhulsel kransvormig is, een zogeheten “corona”. De twee gekendste voorbeelden van coronavirussen zijn het Hepatovirus A en SARS-CoV-2, die resp. hepatitis A en COVID (corona virus disease ’19, WHO) veroorzaken. 

De krans rondom het SARS-CoV-2 bestaat uit een dubbele membraan (de “envelop”) die gemaakt is uit lipiden, waarin ook nog verschillende soorten eiwitten vast zitten. Dit is meteen ook dè reden waarom je je handen langdurig met zeep moet wassen. De zeepmoleculen murwen zich tussen de lipiden van het dubbele virusmembraan. Eens deze verbinding kapot is, valt het virus uiteen. De zeepmoleculen vangen het virus in een bubbel – o ironie – en wassen het samen met het water weg. De handen veelvuldig wassen blijft een van de meest belangrijke voorzorgsmaatregelen. Alle andere COVID-19-maatregelen die we in de praktijk nemen, kan je hier terugvinden.

Dit is meteen ook dè reden waarom je je handen vooral langdurig met zeep moet wassen. De zeepmoleculen murwen zich tussen de vetten waaruit het virusomhulsel bestaat. Eens deze verbinding kapot is, valt het virus uiteen.

Spike-eiwitten en ACE-2-receptoren

Een van de eiwitten die aan de buitenkant van het virusomhulsel zit, is het spike-eiwit. Met dit uitsteeksel kan het zich vasthechten aan welbepaalde eiwitten (receptoren) van de gastcellen. Wanneer dit eiwit een verbinding maakt met een receptor op een menselijke cel, dan versmelt dit met het menselijke celmembraan. Door de “poort” die dan ontstaat, kan het RNA van het virus de menselijke cel binnendringen. En daarna begint de kopieermachine volop te werken…

Zoals ik al eerder schreef, kan zo’n spike-eiwit zich niet op om het even welke cel vasthechten. De receptoren waar de spike-eiwitten van het virus op kunnen vasthechten als sleutel op een slot, heten de ACE-2-receptoren. Voluit zijn dit de “Angiotensine-converting enzyme 2”-receptoren. Deze eiwitten zijn voornamelijk aanwezig in de longen, maar zitten ook in de dunne darm, het hart, de bloedvaten en in de gladde spiercellen van verschillende organen. COVID-19 is dus zeker en vast niet alleen een luchtwegziekte, maar kan symptomen geven in het ganse lichaam! Lees er hier de meestvoorkomende symptomen nog eens op na.

Waar komt het vandaan, en is het nog steeds hetzelfde?

Virussen komen zowel bij de mens als bij de dieren in zeer veel verschillende vormen voor. Wanneer een virus van dierlijke oorsprong zonder duidelijke reden de soortbarrière overschrijdt en de cellen van de mens binnendringt, dan heet men dit een zoönose. De meest gekende zoönoses zijn ebola, rabiës, de vogelgriep en HIV. Ook het SARS-CoV-2 is een zoönose. Wanneer men het genoom ervan onderzocht, vond men een 96,2% overeenkomst met coronavirussen die ook bij vleermuizen voorkomen. Hoogstwaarschijnlijk zijn vleermuizen, door hun unieke immuunsysteem, slechts een tussenstap geweest. De echte initiële verwekker heeft men tot op heden nog niet gevonden.

Virussen muteren aan de lopende band, dit is verre van een ‘bewust’ mechanisme. Tijdens het vele maal gekopieerd worden van het viraal RNA ontstaan vaak kleine foutjes. De meeste van deze foutjes leiden tot weinig functionele veranderingen van het virus. De grote vrees bestaat er uiteraard in dat een virus dermate muteert dat dit een verandering zou geven in de besmettelijkheid of dat dit de reeds in ontwikkeling zijnde vaccins zou compromitteren.

In vergelijking met andere RNA-virussen, hebben coronavirussen – gelukkig – een ingebouwd controlemechanisme waardoor het aantal fouten tijdens het kopiëren beperkt blijft. Doordat het virus zich sneller verspreid dan dat het ‘evolueert’, blijkt de verdeling ervan toch redelijk homogeen te zijn. In vergelijking met het originele virus in Wuhan, is het virus reeds op één plaats (G614 op plaats 23.403 van het genoom) gemuteerd. Welke impact dit juist heeft op de besmettelijkheid ervan, is nog zeer onzeker.

Osteopaat MSc.Ost | MSc. in Sport- en Bewegingswetenschappen | www.osteopaatbrugge.be | Werkzaam als osteopaat in de Praktijk voor Osteopathie en Sportosteopathie in Sint-Andries en Assebroek, Brugge | Docent en coördinator in de Post Academische Opleiding in Sportosteopathie aan de International Academy of Osteopathy

Related Posts

Enter your keyword